QHSE / H. Zwijnenburg
03 Specifieke werkzaamheden
 >  Werken op hoogte
Introductie

Werken op hoogte geeft binnen de bouw het grootste risico op een arbeidsongeval. Dagelijks vallen in Nederland werknemers van ladders, trapjes, steigers, bouwliften of hoogwerkers, of door daken, bordessen, vloeren of openingen. Soms met blijvende gevolgen. Er is in ieder geval sprake van ernstig valgevaar bij het werken op een hoogte van groter dan 2,5 meter. Toch komen er net zo vaak ernstige ongevallen voor bij vallen van minder dan 2,5 meter hoogte, bijvoorbeeld door het verkeerd terechtkomen op obstakels.

Risico's > Wat kan er gebeuren?

De belangrijkste ongevalsscenario’s voor vallen van hoogte zijn: 

  • val van of door een dak, vloer of bordes;
  • val van een steiger;
  • val van een ladder of trapje;
  • val door een gat in de vloer of grond.

Zijn alle sparingen dicht gelegd? 

Is er overal waar nodig randbeveiliging aangebracht?

Zijn de steigers goed opgebouwd en gekeurd?

Is het nodig om een trap/ladder te gebruiken voor mij werkzaamheden of zijn er betere alternatieven?


Maatregelen > Wat moet je doen?

1) Eerst moeten maatregelen worden getroffen bij de bron. Dat is bij werken op hoogte vaak niet mogelijk. De daaropvolgende acceptabele beheersmaatregelen zijn bijvoorbeeld: 

  • het opnemen van voorzieningen voor veilige toegang. Bijvoorbeeld een trappenhuis, steiger of hoogwerker;
  • het aanbrengen van permanente randbeveiliging rondom. Deze wordt constructief bevestigd op de bouwkundige constructie van het gebouw;
  • het aanbrengen van duurzame doorvalbeveiliging of randbeveiliging bij sparingen, trapgaten e.d. 

2) Daar waar bovenstaande niet kan, moeten collectieve maatregelen worden getroffen. Voorbeelden daarvan zijn: 

  • het aanbrengen van duidelijke markeringen en/of afzettingen. Als men zich meer dan 4 meter van de dakrand (of een gat, opening of sparing op hoogte) bevindt, kan hiermee worden volstaan;
  • het aanbrengen van valnetten.

3) Pas als collectieve valbeveiligingen niet toereikend zijn mogen persoonlijke valbeveiligingsmiddelen worden toegepast. In de eerste plaats moet dan gekozen worden voor gebiedsbegrenzing waarbij gewerkt wordt aan een vaste lijn. Als dat niet mogelijk is, blijft alleen een valgordel met een lijn waarin een valdemper is opgenomen over. De noodzaak daartoe moet zijn aangetoond (bijvoorbeeld door middel van een Taak Risico Analyse - TRA). Verder dient de BHV afgestemd te worden op deze werkwijze.

Collectieve voorzieningen 

Let op of de aanwezige beveiliging (nog) in orde is. In de praktijk blijkt vaak dat de tijdelijke randbeveiliging niet wordt gebruikt, onvolledig is of is verwijderd. 

Zorg dat de opgang/ toegang tot vloer, dak of bordes vrij is van obstakels en voorzien van randbeveiliging. 

Persoonlijke valbeveiliging 

Aandachtspunten voor het gebruik: 

  • gekozen valbeveiliging is voorzien van een CE-markering en in goede staat;
  • materialen en verankeringen worden periodiek gecontroleerd of waar nodig gekeurd; 
  • ergonomisch afgestemd op de werknemer; 
  • gebruik conform gebruiksaanwijzing; 
  • banden zijn strak om het lichaam aangetrokken; 
  • werknemer is deskundig m.b.t. het gebruik; 
  • BHV is adequaat (getrainde bedrijfshulpverleners in de nabijheid); 
  • er is permanent toezicht bij het gebruik;
  • controleer bevestiging van de vallijn en let er op dat door de keuze van het bevestigingspunt de valhoogte wordt beperkt;
  • wees alert op de pendule werking. 

Let op: Na een val moet de veiligheidsgordel of het harnas worden vernietigd. Apparaten moeten worden gecontroleerd door de leverancier.

Discussie > Bespreek het met je collega’s!
  1. Zijn de risico's m.b.t. werken op hoogte goed in beeld?
  2. Zijn onze mensen hierover (aantoonbaar) geïnstrueerd?
  3. Zijn de beheersmaatregelen bepaald en genomen?
  4. Moeten er zaken worden verbetert?
Tips > Voor meer informatie

Plan ruimte in voor discussie!


Scan de volgende code met de app om deze toolbox te bekijken.